09-12-2013 22:50

De vijfde dag van de heilige maand Kiyahk

1. Herdenking van de profeet Nahum.

2. De herdenking van het martelaarschap van de heilige Boktor (Victor)

3.Herdenking van het martelaarschap va de heilige Isodorus

Op deze dag gedenken wij de rechtvaardige, vrome profeet Nahum, een van de twaalf kleine profeten. Hij werd geboren in het dorp Elkosh en was van de stam van Simeon.  Hij was de zestiende profeet na de profeet Mozes. Nahum voorspelde in de tijd van Amosia de zoon van Jonada', genaamd Ju’asch, en ten tijde van diens zoon Uzia.

Nahum berispte de Israëlieten, vanwege hun ongeloof en hun afgodenverering. Hij verklaarde in zijn voorspelling, dat God, al was hij dan ook geduldig en zeer barmhartig, zich toch zeker zou wreken op zijn vijanden en dat hij hen zou bestraffen (Nah. 1:2,3). Nahum voorspelde ook de verkondiging van het evangelie en deed ook een voorspelling over de leerlingen, die het evangelie zouden prediken. Nahum noemt hen verkondigers van de goede boodschap en predikers van de vrede (Nah. 1:15). Ook deed Nahum een voorspelling over de stad Niniveh, dat deze stad geteisterd zou worden door water en vuur. Zo gebeurde het. Want God veroorzaakte een aardbeving, waardoor een brand ontstond, die een groot deel van Niniveh in vlammen op deed gaan. Dit trof met name de mensen, die van het rechte pad waren afgeweken en gezondigd hadden, terwijl de mensen die God nabij waren, geen schade leden. Nadat Nahum zijn leven voltooid had, ging hij de zalige rust binnen.

Mogen zijn gebeden met ons zijn. Amen!

Op dezelfde dag stierf de heilige Boktor de marteldood. De heilige Boktor werd geboren in een plaatsjes ten oosten van de rivier bij Assioet. Hij ging in dienst in een plaats Shoe genaamd. In deze tijd liet keizer Diocletianus een schrijven uitgaan, dat iedereen de aanbidding van de afgoden voorschreef. De heilige Boktor weigerde deze afgoden te aanbidden en voor hen te knielen. Nu liet de stadhouder van Shoe hem bij zich komen, probeerde hem te overreden en deed Boktor grote beloften. Boktor hield echter vast aan zijn geloof in de Heer Jezus Christus, zodat de stadhouder hem tenslotte in de gevangenis gooide. De ouders van Boktor kwamen naar hun zoon in de gevangenis en moedigden hem aan, om in naam van Christus de martelingen te doorstaan. Later liet de stadhouder Boktor weer vrij uit de gevangenis en gaf hem nog een keer het bevel, voor de afgoden neer te knielen. Het lukte de stadhouder echter niet, Boktor van zijn geloof af te brengen. Hij werd boos op hem en stuurde Boktor naar de prins van Assioet, begeleid door enkele soldaten. Tegelijkertijd stuurde hij de prins van Assioet een schrijven, waarin hij hem op de hoogte bracht van de feiten. Toen de prins het schrijven van de stadhouder van Shoe gelezen had, liet hij Boktor halen, en vroeg hem het volgende: Waarom heb je het bevel van de stadhouder van Shoe genegeerd? Weet, dat als je mij zult volgen, ik je een hoge rang zal geven. Ik zal de koning schrijven, je te benoemen tot stadhouder van een van de steden. Toen schreeuwde de heilige Boktor: De rijkdommen van deze wereld vergaan, het goud zal verdwijnen, de kleding zal verslijten, de schoonheid van het lichaam zal bederven, het verandert in wormen en verdwijnt in de graven. Daarom zal ik mijn Heer Jezus Christus niet verlaten, want Hij is de Schepper van de hemel en van de aarde. Hij schenkt elk mens een lichaam. Geloof jij nu, dat ik de stenen afgoden zal aanbidden, die het huis van de duivel zijn? Nu werd de stadhouder vreselijk boos en gaf bevel, Boktor aan de staarten van paarden vast te binden, en tot het dorp Abissidia te slepen. Toen de soldaten daar met de heilige Boktor aankwamen, vroeg de prins hem nogmaals om te buigen voor de idolen, maar Boktor weigerde. De Prins gaf de soldaten bevel Boktor te doden in het dorp Moesha ten oosten van de plaats Abissidia. Toen zij daar aankwamen vroeg Boktor hen hem de gelegenheid te geven om te bidden. De heilige Boktor hief zijn armen en bad tot de Heer. De engel des Heren verscheen nu aan hem en deed hem grote beloften over eeuwig goede zaken in het hemelrijk. De heilige Boktor wendde zich nu tot de soldaten en sprak tot hen: Voltooi nu wat jullie bevolen werd. De soldaten namen Boktor en gooiden hem in het vuurbad. Hiermee beëindigde Boktor zijn voortreffelijke lankmoedigheid en zijn gelukkig martelaarschap. Hij verwierf de kroon der martelaren in het hemelrijk.

Nu kwamen christelijke mensen, namen heimelijk zijn lichaam en verborgen het, tot het tijdperk van Diocletianus voorbij was. Toen men het lichaam weer tevoorschijn bracht, stelde men vast, dat het lichaam van de heilige Boktor ongedeerd was, zonder dat ook maar enig haar ervan verbrand was. Het leek iedereen die hem zag, alsof het een slapend mens was. Later bouwde men een kerk in zijn naam, die zich tot op de dag van vandaag in het dorp Moesha in de provincie Assioet bevindt. God liet vele wonderen en tekenen geschieden door middel van het lichaam van de heilige Boktor. Deze wonderen gebeuren tot de dag van vandaag. De nagedachtenis aan de wijding van zijn kerk staat op de 5e dag van de maand Baoena geschreven.

Moge de gebeden van de heilige Boktor met ons zijn. Amen!

Ook op deze dag gedenken wij de heilige martelaar Isidorus.

Moge ook zijn gebeden met ons zijn en alle eer voor altijd aan onze Heer. Amen!