6 Toebah
16-01-2014 08:50
De zesde dag van de gezegende maand Toebah
1. De herdenking van de besnijdenis van de Heer Christus.
2. De hemelvaart van de profeet Elia.
3. Het heengaan van St. Marcianus, 8e paus van Alexandrië.
4. Het heengaan van St. Basilius de Grote, bisschop van Caesarea.
Op deze dag viert de kerk de herdenking van de besnijdenis van de Heer Christus, aan Wie is de glorie. God had de wet van de besnijdenis uitgeroepen als een teken dat Zijn volk een volk boven alle anderen zou worden. Dit betekende dat elk mannelijke nakomeling van het zaad van Abraham besneden werd op de achtste dag na zijn geboorte. God heeft iedere ziel die deze wet niet gehoorzaamde veroordeeld. Omdat onze Heer Jezus werd geboren uit het nageslacht van Abraham, wilde Hij besneden worden op de achtste dag, om de wet van Mozes te vervullen en om ons te bevrijden van de zware last van dit gebod, zoals de heilige Paulus zegt: "Nu zeg ik, dat Jezus Christus een dienaar van de besnijdenis voor de waarheid van God is geworden, om de beloften aan de vaderen te bevestigen. "(Romeinen 15:8)
Hij gaf ons ook het teken van het nieuwe verbond door de doop, zoals Paulus zegt: " In Hem hebt u ook een besnijdenis ondergaan. Natuurlijk niet lichamelijk, maar geestelijk. Want Hij heeft u door Zijn Geest bevrijd van de macht van de zonde, die in uw lichaam heerst. U bent in de doop met Christus begraven. Maar door het geloof in de macht van God, Die ook Hem heeft opgewekt uit de dood, bent u nu met Hem opgestaan en hebt u nieuw leven ontvangen. U was dood door uw ongehoorzaamheid aan God en de macht van de zonde leefde nog in u. Maar nu heeft Hij u samen met Christus levend gemaakt en al uw overtredingen vergeven." (Kolossenzen 2:11-13)
Daarom eist Hij van ons om de geestelijke besnijdenis te behouden, dat wil zeggen de besnijdenis van het hart, opdat wij kunnen leven voor Hem in gerechtigheid en heiligheid, want Hij zegt: "Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij niet in de Koninkrijk van God." (Johannes 3:5)
Glorie zij aan onze God voor eeuwig. Amen.
Ook op deze dag herdenken wij het vertrek van de profeet Elia van Tisbiet die levend naar de hemel ging. Deze profeet leefde in de tijd van koning Achab. Zijn hart was vervuld met verdriet, want hij zag dat de koning was afgeweken van de aanbidding van de God van Israël tot het aanbidden van afgoden. Achab volgde het voorbeeld van koningin Izebel, die hielp bij de priesters van Baäl-Zebub. De aanbidding van afgoden verspreidde zich in zijn dagen.
Daarom stond Elia voor de koning en zei: "Omdat de Heer God van Israël leeft, voor Wie ik sta, zal er geen dauw of regen zijn in deze jaren, behalve op mijn woord"
(I Koningen 17:1). Onmiddellijk droogden de beken op, want er was geen regen in het land. Het gras verdroogde en de droogte kwam in het hele land. God verliet zijn ijverige dienaar echter niet. Hij beval hem naar de beek van Kerit te gaan waar de raven hem dagelijks brood en vlees brachten, in de ochtend en in de avond.
De Heer beval het water van de rivier om op te drogen, maar Hij heeft de profeet Elia niet in de steek gelaten. God gebood hem om naar Sarefat, dat tot Sidon behoorde, te gaan waar hij een weduwe vond die hout aan het sprokkelen was. Hij vroeg haar brood om te eten. Ze zei tegen hem: "Zo waar de HEER, uw God, leeft, ik heb geen broodkoek, maar enkel een handvol meel in de pot en een weinig olie in de kruik. En zie, ik ben bezig een paar stukken hout te sprokkelen. Dan wil ik het thuis voor mij en mijn zoon gaan bereiden, en als wij het gegeten hebben, moeten wij maar sterven." Elia zei tegen haar: “Maak u niet ongerust. Doe wat u van plan was, maar bak van wat u in huis hebt eerst iets voor mij en kom me dat brengen. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon iets klaarmaken, want dit zegt de HEER, de God van Israël: Tot op de dag dat ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken.” ( 1 Koningen 17:12-14)
Ze ging dus weg, handelde naar de woorden van Elia, en zij, de profeet, en haar huishouden aten gedurende vele dagen.
Elia bleef bij de weduwe tot de droogte was afgelopen. Ze had een zoon, die ziek was, en zijn ziekte vorderde tot aan zijn dood. De profeet zag het verdriet van de vrouw. Hij nam haar zoon van haar en droeg hem naar de bovenkamer waar hij verbleef en legde hem op zijn eigen bed. Toen riep hij uit naar de Heer en hij strekte zich drie keer op het kind. De Heer hoorde de stem van Elia en de ziel van het kind kwam terug naar hem en er was hem nieuw leven ingeblazen. Elia nam het kind en bracht hem naar beneden en gaf hem levend aan zijn moeder. (I Koningen 17:17-23)
Toen Izebel hoorde dat Elia alle priesters van Baäl met het zwaard had omgebracht, dreigde zij hem te doden. Toen hij dat hoorde, werd hij bang en rende voor zijn leven. Hij ging naar de Berg Horeb, waar hij zich verstopte. De Heer sprak tot hem: " ‘Elia, wat doe je hier?’ Elia antwoordde: de Israëlieten hebben, uw profeten gedood, uw altaren verwoest en ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’…….. God zei ‘Vrees niet Ik zal in Israël niet meer dan zevenduizend mensen in leven laten, alleen degenen die niet voor Baäl hebben geknield.’ (I Koningen 19:10-18)
Toen Achab stierf en koning Achazja regeerde, deed hij datgene wat kwaad was in de ogen van de Heer en bewandelde de weg van zijn vader Achab. Achazja viel door het raam van de bovenverdieping van zijn huis in Samaria en raakte gewond. Hij stuurde boodschappers om aan Baäl-Zebub, de god van Ekron, te vragen of hij zou herstellen van zijn verwondingen. Elia, de profeet, ontmoette zijn boodschappers en hij vertelde hen om te gaan en aan de Koning te vragen: "Is het omdat er geen God in Israël is, dat je dit gaat vragen aan de Baäl-Zebub, de god van Ekron? Nu dan, dit zegt de Heer! Gij zult niet van het bed komen vanwaar u opgestegen bent, maar gij zult zeker sterven." Toen ze dit tegen de koning zeiden, wist de koning dat het de profeet Elia was. De Koning stuurde een kapitein van vijftig man naar Elia de profeet die op de top van de heuvel zat. De kapitein zei tegen Elia: "Man van God, de koning heeft gezegd: Kom naar beneden". Elia antwoordde: "Als ik een man van God ben, laat dan vuur uit de hemel neerdalen en u en uw vijftig mannen verteren.” En het vuur kwam neer uit de hemel en verteerde hen. Toen zond de koning een andere kapitein van vijftig man en zei tegen hem wat de eerste kapitein had gezegd. En het vuur kwam neer uit de hemel en verteerde hen. De derde kapitein kwam naar Elia en viel op zijn knieën voor hem en smeekte. Elia stond op, in opdracht van de Geest, en ging met hem naar de koning die hij strafte. De koning stierf in zijn bed. (2 Koningen 1:1 - 18)
Daarna ging Elia naar de Jordaan en hij nam Elisa, zijn discipel, mee. Hij sloeg met zijn mantel op het water, de rivier spleet open en met z’n tweeën staken ze over op het droge. Terwijl zij met elkaar liepen te praten, werden ze plotseling uit elkaar gedreven door een wagen van vuur met paarden van vuur ervoor en Elia werd in een stormwind meegevoerd naar de hemel. 2 Koningen 2:1-12)
Moge zijn gebeden met ons zijn. Amen
Ook op deze dag in 154 A.D. ging St. Marcianus, 8e paus van Alexandrië, heen. Hij werd geboren in Alexandrië. Toen paus Eumenes heenging, kwamen de vaders van de kerk bijeen met de mensen van Alexandrië en bespraken wie ze moesten kiezen voor de vacante troon. Unaniem kozen zij Marcianus vanwege zijn intellect en gerechtigheid. Hij zat op de troon van St. Mark voor 9 jaar, 2 maanden en 26 dagen. Hij onderwees zijn volk altijd en beschermde de kerk tegen alle vreemde leringen. Toen hij zijn welbehaaglijke koers naar God voltooide, ging hij heen in vrede.
Moge zijn gebeden met ons zijn. Amen.
Ook vandaag in het jaar 379 A.D. ging de grote St. Basilius, bisschop van Caesarea, heen. Zijn vader heette Isidore (Isosorus). Hij was een priester en een heilige man. Hij had vijf kinderen: St. Basilius van Caesarea, St. Gregorius van Nyssa, St. Kisarion (Cherion), St. Peter van Sebastia, en St. Machrina. Ze leefden allemaal hun hele leven in heiligheid.
St. Basilius werd onderwezen in de kunst van de retoriek door de filosoof Libianius van Antiochië en werkte als advocaat. In 358 A.D. liet hij het wereldse leven met al zijn ijdele glorie achter zich. Hij reisde door de woestijn van Egypte, waar hij keek naar de asceten en door hen werd beïnvloed. Bij zijn terugkeer trok hij zich terug op een ruige en mooie plek in Pontus en wijdde zich aan gebed en studie. Toen het nieuws van zijn heiligheid zich verspreidde, kwamen velen naar hem toe en namen hem als een voorbeeld om hen te leiden in de weg van de volmaaktheid. In 362 A.D. werd hij tot het priesterschap gepromoveerd. Hij bleef de gelovigen onderwijzen, het geloof verdedigen en degenen redden die verloren waren. In 370 A.D. werd hij gewijd tot aartsbisschop van Caesarea in Cappadocië. Keizer Valens wilde hem verbannen vanwege zijn moed bij de waarheid en voor zijn berisping van de keizers, die tegen het dogma hadden opgetreden en degenen die zich immoreel hadden gedragen. Maar hij deed het niet vanwege de dood van zijn zoon. Een andere keer wilde de keizer een bevel voor zijn verbanning tekenen, maar toen brak de pen in zijn hand. Hij nam nog een pen en die brak ook. Hetzelfde gebeurde met een derde pen. Valens verscheurde het papier en liet de heilige gaan om zijn kudde te hoeden en zijn kerk in vrede te beheren.
St. Basilius was vervuld met de Heilige Geest. Hij schreef de liturgie die naar hem vernoemd is. God verrichtte door zijn handen vele tekenen en wonderen.
Bij een van deze wonderen namen enkele ketters een van de kerken in en besloten om deze te sluiten, tenzij iemand de kerk opende door zijn gebeden. Door de gebeden van deze heilige werd de kerk geopend en de gelovigen kregen opnieuw toegang.
Een ander teken: Anba Efraïm zag een pilaar van licht tussen hemel en aarde en hoorde een stem zeggen: "Dit is Basilius." St. Ephraim kwam naar de stad Caesarea en was getuige van de deugden van St. Basilius die hem tot diaken wijdde.
Onder zijn wonderen was ook een vrouw die al haar zonden op papier schreef en het aan St. Basilius gaf. Hij bad voor haar en al haar zonden, behalve één, waren vergeven. Hij vertelde haar om naar St. Abraham te gaan zodat hij voor haar zou bidden. Toen ze naar anba Abraham ging, stuurde hij haar terug naar St. Basilius door te zeggen: "Schiet op, ga terug naar hem voordat hij sterft.” Toen ze terugkwam, zag ze dat hij was overleden. Ze huilde en ze legde het papier, waarop ze had geschreven, op zijn lichaam en de overgebleven zonde verdween.
Onder zijn wonderen was ook een joodse arts, die bekend stond om zijn juiste diagnoses. De arts vertelde de heilige dat hij (de arts) over drie dagen zou sterven. De heilige bad tot God. God verlengde zijn leven, en de arts stierf niet op de dag dat hij verwacht had. De arts geloofde en werd met zijn hele huishouden gedoopt.
Een ander voorbeeld is dat een jongeman een verbond met de duivel had gesloten om het christendom en zijn doop te ontkennen. Door het gebed van de heilige werd de jongeman gered uit de slavernij van de duivel.
Deze heilige verrichtte vele deugden en vele wonderen naast de bovengenoemde. Hij schreef vele artikelen, preken en verhandelingen. Hij maakte canons die de gelovigen tot nu toe volgen. Hij schreef ook commentaren op een aantal van de boeken van het Oude en Nieuwe Testament.
Moge zijn gebeden met ons zijn en alle eer voor altijd aan onze Heer. Amen.
Laatste Artikelen
- 15-05-2017 1 Baramoeda
- De eerste dag van de gezegende maand Baramoeda 1. Het heengaan van St. Silvanus de monnik. 2. De overval door de Arabieren van Opper-Egypte op de wildernis van Scetis 3. Het heengaan van Aaron de priester. Op d
- 15-05-2017 2 Baramoeda
- De tweede dag van de gezegende maand Baramoeda 1. Het martelaarschap van St. Christoforos 2. Het heengaan van Paus Joannes IX, de 81ste patriarch Vandaag herdenken wij het martelaarschap van St. Christoforos. Deze hei
- 15-05-2017 3 Baramoeda
- De derde dag van de gezegende maand Baramoeda. 1. Het heengaan van St. Johannes, bisschop van Jeruzalem. 2. Het heengaan van de heilige vader anba Michael, 71e paus op de zetel van St. Marcus. Op deze dag is St. Johan
- 15-05-2017 4 Baramoeda
- De vierde dag van de gezegende maand Baramoeda. Het martelaarschap van de heiligen Victor (Boktor), Dakiuos en Irini. Op deze dag stierven de heiligen Victor (Boktor), Dakiuos en Irini, zowel als een groot aantal vrouw
- 15-05-2017 5 Baramoeda
- De vijfde dag van de gezegende maand Baramoeda 1. Het martelaarschap van de grote profeet Ezechiël. 2. Het martelaarschap van Hepatius, bisschop van Ghanghara. Op deze dag van het jaar 567 B.C. stierf de grote pr